Exporteren van runderen binnen en buiten Europa

Gepubliceerd op: 9 juli 2024

1

Vee & Logistiek magazine nr 7 De gezonde handel (Im- en Export)

Nederlandse koeien staan bekend om hun goede kwaliteit en efficiënte melkproductie. Landen, die graag zelfvoorzienend willen worden in de zuivel- en vleesproductie, maken daarom graag gebruik van de kennis van de Nederlandse rundveesector. Deze landen kopen onze Nederlandse koeien. Alleen exporteren van embryo’s en sperma zou de runderen een lange reis besparen, maar waarom doen we dat niet. Als er geen goede basis van fokmateriaal in een land is, voegt het exporteren van embryo’s en sperma niets toe. Met het exporteren van levende dieren vanuit Nederland helpen we mee aan de opbouw van een duurzame en efficiënte veestapel in andere landen.

Voornamelijk fokvaarzen op export  

Normaal gesproken gaan er vanuit Nederland voornamelijk fokvaarzen en (vlees) kalveren de grens over naar een nieuwe bestemming. De meeste runderen die geëxporteerd worden blijven in Europa. Polen, Kroatië en Hongarije zijn de top drie landen waar de meeste runderen naar toe gingen. Dat export niet vanzelfsprekend is, laat onder andere de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zien, waardoor rechtstreekse levering niet mogelijk is. Daarnaast geeft de uitbraak van de veeziekte blauwtong in september 2023 een enorme beperking voor de export van fokvee. Ook (geo) politieke beslissingen hebben grote invloed op de export. Door recente wijzigingen in het afgeven van veterinaire exportcertificaten, dienen afspraken met landen buiten de Europese Unie (EU) opnieuw gemaakt te worden. Marokko, Libanon en Koeweit zijn voorbeelden van landen buiten Europa die normaal gesproken regelmatig fokrunderen ontvingen vanuit Nederland. Nu moeten voor deze landen nieuwe publieke verzoekcertificaten aangevraagd worden.

Exportvergunningen

Sinds 1 januari 2024 is er geen export van runderen meer mogelijk op bindende exportcertificering naar derde landen (landen buiten de EU). In de bindende certificaten waren afspraken gemaakt door het ministerie van LNV en de overheid van landen die fokvee ontvingen. De afspraken bevatten gegevens over de gezondheid van de dieren, eventuele vaccinaties en behandelingen en de vermelding van de I&R – oornummers, zodat het duidelijk is om welke dieren het gaat. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe werkwijze waarbij er extra stappen worden ingebouwd om te verzekeren dat iedere zending van dieren, verwacht en goed ontvangen gaat worden in het ontvangende land. Voor de export van runderen zijn, in plaats van bindende certificaten, nieuwe publieks verzoekcertificaten nodig. Deze certificaten bevatten dezelfde afspraken, maar dan tussen brancheorganisaties en de importerende klanten. De NVWA is de keuringsinstantie voor deze afspraken. Naast een publiek verzoekcertificaat zijn er ook privaat verzoekcertificaten mogelijk waarin exclusieve afspraken gemaakt zijn tussen exporteur en ontvanger. De NVWA controleert de gegevens van een zending en geeft het certificaat af voor export.

Wat komt er bij exporteren van runderen kijken?

Voordat een koper in het buitenland de Nederlandse runderen mag ontvangen gelden er een aantal voorwaarden. De voorwaarden van export zijn binnen en buiten de Europese Unie verschillend. Binnen de Europese unie moeten de gegevens van het exportcertificaat via het digitale systeem TRACES aangeleverd worden. Buiten de Europese Unie gaat dat via E-Cert. Gaan de dieren via een ander Europees land naar derde landen dan dient een exporteur de gegevens zowel in Traces als in E-cert aan te leveren.

Runderen op lange afstand transport

Allereerst worden de juiste fokdieren geselecteerd bij de rundveehouder die geschikt zijn voor de betreffende klant in het buitenland. De fokvee exporteur of inkoper is een vakman en selecteert de runderen bij de melkveehouders waarna klanten uit het buitenland de dieren komen bekijken. Ook kan een koper besluiten om de aankoop helemaal uit te besteden aan de fokvee exporteur. De prijs, verzekering en eventuele boeteclausules gaat in afstemming met de klant.

Exportverzamelcentrum

Voordat de runderen op transport gaan, worden de dieren verzameld op een exportverzamelcentrum (exportstal) waar de dieren voor een aantal landen in quarantaine verblijven. Afhankelijk van het land waar de dieren naar toe gaan moeten ze vrij zijn van bepaalde ziektes. Dit kan aangetoond worden door bloedtesten of doordat bepaalde vaccinaties zijn toegediend. Voor blauwtong kan er bijvoorbeeld een behandeling van een insecticide nodig zijn. De dieren hebben een gezondheidsverklaring van de veehouder, maar ook van de dierenarts van het herkomstbedrijf nodig. Daarnaast worden de dieren in het verzamelcentrum gecontroleerd op gezondheid door een dierenarts van de NVWA bij aankomst, tijdens het verblijf in quarantaine en tijdens het certificeermoment voordat de dieren Nederland verlaten.

Transport

Vanuit de exportstal gaan de runderen op transport, hiervoor is een goedgekeurd routeplan nodig waarbij de rustplaatsen zijn aangegeven, maar ook de temperatuurverwachting tijdens de reis. Bij een temperatuur boven de 35 graden Celsius geldt bijvoorbeeld een vervoersverbod (hitteprotocol). Alle dieren worden voor transport gecontroleerd op de juiste oornummers en wordt het transportmiddel gecertificeerd. Bij aankomst op de bestemming moet de chauffeur een routejournaal inleveren. Hierin staat niet alleen de route vermeld, maar ook de rij- en rusttijden, temperatuur tijdens de reis en bewijsmateriaal van de rustplaats.  

Het beste transportmiddel

De bestemming van het fokvee bepaalt ook het soort transportmiddel waarmee de dieren worden vervoerd. Binnen Europa is het mogelijk om de runderen met vrachtwagens te vervoeren. Als het een lange reis is naar de eindbestemming dan verblijven de runderen een of meerdere keren 24 uur op een rustplaats in een stal met stro en voer. Als de bestemming niet per vrachtwagen te bereiken is zijn er mogelijkheden om de runderen per boot of per vliegtuig te vervoeren. Afhankelijk van de bestemming wordt met respect voor het dier het beste vervoersmiddel gekozen om het welzijn te waarborgen.

Zelfvoorzienend

Niet alle landen op de wereld zijn zelfvoorzienend in zuivel- en vleesproductie. In deze landen is er eerst een goede basis van een gezonde veestapel nodig om mee verder te fokken. En soms is er een snelle uitbreiding nodig van de veestapel. Met een genetisch goede en gezonde veestapel kan in dergelijke landen op termijn met embryo’s of sperma de veestapel verder uitgebreid en geoptimaliseerd worden. Samen met de koeien gaat er ook heel veel kennis over de rundveehouderij mee naar exportlanden. Denk aan kennis over stallenbouw, over de beste manier hoe je de koeien het beste kunt voeden en verzorgen, maar ook kennis over vruchtbaarheid en reproductie.

Lage CO2 – footprint

De Nederlandse melkkoeien staan in de wereld bekend om hun goede kwaliteit. Ze hebben relatief weinig voer nodig om veel melk te produceren. In landen waar de productie lager ligt, leveren de Nederlandse runderen ook een bijdrage aan het klimaat met een lagere CO2 – Footprint van melk en vlees. Doordat in de exportlanden lokaal melk en vlees kan worden geproduceerd, is de kringloop korter en uiteindelijk beter voor het klimaat.

Armoedebestrijding

Door het exporteren van runderen dragen we ook bij aan het levensonderhoud van boeren in deze landen. De bijbehorende zuivel- en vleessector zorgt voor werkgelegenheid. Door de lokale productie op een hoger niveau te brengen, wordt ook een bijdrage geleverd aan het terugdringen van de ongelijkheid tussen landen, regio’s en geslacht.

Ruststal in Slovenië