Het export-misverstand: ‘We exporteren melkvee om landen te helpen melkveebedrijven op te bouwen, niet vanwege het vlees’
Gepubliceerd op: 19 januari 2023
‘Een groot misverstand’ noemt Johan van der Heiden van exportbedrijf Hunland Impex de gedachte dat vee naar verre landen wordt vervoerd vanwege het vlees. “Veel mensen denken dat, maar dat is niet het geval. Langeafstandstransporten van vee zijn noodzakelijk om landen zelfvoorzienend te maken, zodat ze daar zelf zuivel en vervolgens pas vlees kunnen produceren en niet afhankelijk zijn van andere landen.”
Johan van der Heiden van Hunland Impex vertelt wat het bedrijf precies doet: “Wij zijn een exporteur, gespecialiseerd in het leveren van fokvee over de hele wereld. Nederland is onze thuisbasis, maar we kopen ook vee in in diverse EU-landen en ook in Noord- en Zuid-Amerika. In het geval van runderen zijn het fokvaarzen die we vervoeren. Koeien die voor het eerst drachtig zijn gaan naar het buitenland, kalven daar af en worden daar vervolgens gemolken. ”
‘Een melkveebedrijf begint met fokvaarzen’
Met die vaarzen kunnen landen een begin maken met de opbouw van eigen melkveebedrijven, legt Van der Heiden uit. “Dan moet je denken aan landen die afhankelijk zijn van andere landen wat betreft zuivelproducten. Op dit moment kopen de landen rondom Rusland, zoals Oezbekistan, Kazachstan, Azerbeidzjan en Georgië, volop melkvee in vanuit Europa. Zij willen vanwege de oorlog tussen Rusland en Oekraïne geen zuivel meer afnemen van Rusland en moeten dus zelfvoorzienend worden. Daar hebben ze fokvee voor nodig, zodat ze nieuwe melkveebedrijven op kunnen zetten.” Want met alleen sperma en embryo’s – het kabinet en Brussel willen de export van levende dieren in de ban doen en overgaan op het vervoer van alleen sperma en embryo’s – lukt dat niet. “Sperma en embryo’s moeten ook ergens in. Zonder moederdieren kun je daar niets mee. Het opzetten van melkveebedrijven begint met het binnenhalen van fokvaarzen.”
Israël, Qatar en Oekraïne
In de jaren zeventig van de vorige eeuw exporteerden Nederland en andere EU-landen dieren naar Israël. Hierdoor kon dat land een eigen florerende melkveehouderij op poten zetten. Inmiddels is de export van fokvee naar Israël gestopt, simpelweg omdat het niet meer nodig is. “Het land beschikt nu over professionele, moderne melkveebedrijven en is niet meer afhankelijk van andere landen”, aldus Van der Heiden. “En dat geldt niet alleen voor Israël, ook Qatar is daar een mooi voorbeeld van.”
Jarenlang importeerde Qatar zuivel uit landen om zich heen, waaronder Saudi-Arabië. Door spanningen in de regio werd Qatar in 2017 echter geboycot en was er een voedselblokkade richting dat land. Daarop besloot Qatar zijn eigen zuivel te gaan produceren. Vanuit Amerika en de EU werden de eerste 15.000 fokvaarzen aangevoerd. Inmiddels komt 90 procent van alle zuivel in Qatar van één megaboerderij af, Baladna genaamd. Baladna is een bedrijf met 25.000 koeien en 2.000 werknemers en wordt geleid door de Nederlander Piet Hilarides. “De koeien die we hier hebben zijn Holstein-Friesians, de Porsche onder de melkkoeien”, vertelt Hilarides in een interview met de Telegraaf. “Inmiddels wordt elke nieuwe koe hier geboren en hoeven we dus geen dieren meer in te vliegen of met de boot op te halen.”
Ook Oekraïne zal over een tijdje dieren gaan importeren, voorspelt Van der Heiden. “Je ziet dat door de oorlog veel melkveebedrijven daar niet meer kunnen melken. Zodra de oorlog over is, wanneer dat het geval is weten we natuurlijk niet, zal het land opnieuw gaan investeren in de melkveehouderij. Het zal dan zo’n tien jaar duren voordat het weer helemaal op orde is.”
Export fokvee – hoe het ooit begon
De export van fokvee vanuit Nederland ontstond in de negentiende eeuw. De Fries-Hollandse melkkoeien, bekend om hun zeer hoge melkgift en tegenwoordig het meeste voorkomende koeienras in Nederland, werden door de Verenigde Staten en Canada geïmporteerd vanuit Nederland en andere Europese landen. De Amerikanen fokten uitsluitend op melkgift met deze koeien verder en veranderden de naam van het soort in Holstein-Friesian.
De val van het communisme zorgde in de jaren 90 van de vorige eeuw voor een flinke toename van de export van levende dieren. Tot die tijd beschikte Rusland over veel melkveebedrijven en was het volledig zelfvoorzienend. De ineenstorting van het communisme maakte daar in één klap een einde aan. Staatsbedrijven liepen leeg en Rusland werd voor zuivel afhankelijk van andere landen. De Russische melkveebedrijven moesten helemaal opnieuw op gang gebracht worden en dat deed het land door fokvee te importeren. Later volgde ook genetisch materiaal.
Ook in Spanje heeft fokvee uit Europa een belangrijke bijdrage geleverd aan de melkveehouderij aldaar, nadat het land rond 1975 van een dictatuur veranderde in een democratie. Tegenwoordig zijn het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Pakistan en de voormalige Oostbloklanden de grootste afnemers van fokvee uit Europa.