Zonder kennis geen fokvee, zonder fokvee geen kennis

Gepubliceerd op: 14 maart 2022

IJsbrand Spoor - Veepro

Door IJsbrand Spoor | Voorzitter sectorcommissie Veepro

Bij melkveebedrijven binnen en buiten Europa zien we regelmatig dat het kunnen opbouwen van de veestapel geen vanzelfsprekendheid is. Dan is het vaak nodig om beter uitgangsmateriaal aan te kopen om zo een sneller en beter resultaat te krijgen.

Investeren in de aankoop van vee voor verbetering of als uitgangsmateriaal gaat meestal om forse bedragen. Staat een ondernemer op dat punt, dan wordt de rest van het management ook beter tegen het licht gehouden.

Veeverbetering

Doordat we vaarzen binnen en buiten Europa exporteren, exporteren we ook kennis en kunde. De aanschaf van fokvee kan impulsen geven op bedrijfsniveau en kan regionaal veel effect hebben. Buiten Europa zijn de kennis en kunde die nodig zijn om bijvoorbeeld embryo’s te implanteren vaak niet voldoende aanwezig. Daardoor duurt het regelmatig te lang en wordt het te duur om het gewenste resultaat te behalen.

Uitwisseling

Vroeger zaten in Nederland regionaal verschillende fokkers en iedereen had een eigen visie op de ideale koe. Eén ondernemer bracht onze Fries- Hollandse koe naar Amerika en zo ontstond het Holstein-Friesian ras. Vanuit de visie van één fokker. De Holstein-Friesian kwam vervolgens terug naar Nederland en vergaarde wereldwijde faam. Ook bij andere rassen waren het de fokkers die de richting van de hedendaagse koe bepaalden.

In de jaren tachtig kwamen veel dieren uit Duitsland naar Nederland, een situatie die we nu weer kennen als gevolg van de fosfaatregeling. Hoewel we last hebben van die regeling bij de opfok van jongvee in Nederland, laat de geschiedenis wel zien dat voor het ontwikkelen van kennis en innovaties onderlinge uitwisseling tussen landen onontbeerlijk is.

Kennis kan meereizen met het vee. Het valt niet mee om zonder vee kennis te exporteren. In landen waar we vee naar toe exporteren is het soms zelfs zo dat je geen akkerbouw kan doen zonder dat er vee gehouden wordt. Deze landen zien in dat de voedingsstoffen (mest) die dieren produceren van groot belang zijn voor een goede opbrengst van de gewassen.

De contacten die ontstaan zijn vanuit de export van fokvee zorgen al decennialang voor talrijke innovaties; binnen én buiten Nederland. Onze overheid zou dat moeten faciliteren en ondersteunen.

Halteplaatsen buiten EU

Nadat het ons meer dan een jaar onmogelijk gemaakt is om directe exporten naar Rusland en verder te doen, zijn de eerste ritten vanuit Nederland weer die kant op gegaan en geëvalueerd. Het doel is om fokvee te brengen dat goed en gezond aankomt. Als de dieren gezond en goed aankomen, is de reis goed verlopen. Dit moet het uitgangpunt zijn in de evaluatie van de eerste transporten. Toch lag tijdens de evaluatie ook veel nadruk op andere punten. Daar zullen we als exporteurs en transporteurs in de toekomst een betere invulling aan moeten geven. De kennis die daar voor nodig is, is bij onze kundige exporteurs en transporteurs goed aanwezig.

Hoewel de omstandigheden in het gebied van de Oekraïne niet gunstig zijn voor onze handel ben ik ervan overtuigd dat er vee geëxporteerd moet kunnen worden. Positief effect daarvan is dan ook dat de kennis groeit in het betreffende importerende land. Want die kennis reist mee met het vee, reist vóór het vee uit. Ons fokvee is daarin een belangrijke verbindende schakel.