‘Staan mijn kinderen daar als een van de weinigen die vlees willen blijven eten’
Gepubliceerd op: 10 oktober 2022
Door Lianne van Dongen | Veterinair directeur Vee&Logistiek Nederland
In Nederland lijkt het vanzelfsprekend. Voldoende, betaalbaar voedsel. Hoe anders is dat wereldwijd. Nog altijd gaan meer dan 820 miljoen mensen met honger naar bed. Eén van de oplossingen die Nederland te bieden heeft zijn onze melkkoeien. De kwaliteit van onze melkkoeien staat wereldwijd hoog aangeschreven. Met de export van deze dieren wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het verkleinen van voedselonzekerheid.
Opbouw veehouderijbasis
In veel landen ontbreekt een goede veehouderijbasis. Overheden geven subsidies aan veeboeren om Nederlandse melkkoeien te importeren. Door dieren te verplaatsen helpen we mee aan het opbouwen van die basis zodat landen op termijn kunnen voorzien in hun eigen zuivel- en vleesproductie.
Onze melkkoeien staan wereldwijd bekend om hun kwaliteit. Ze zetten relatief weinig voer om in goede melk en hebben daarmee een relatief lage footprint. In het kielzog van de koe gaan er ook veel kennis en producten mee. Denk aan stalbouw en kennis over dierhouderij.
Als Nederland onderschrijven wij de sustainable development goals van de Verenigde Naties. Door de opbouw van een goede agrarische sector in andere landen binnen en buiten Europa te ondersteunen, dragen we bij aan de realisatie van die doelstellingen. Vlees en zuivel hebben een hoge voedingswaarde en bevatten veel essentiële bouwstoffen voor het lichaam. Wanneer dit lokaal beschikbaar is, wordt honger ter plaatse verminderd.
Door de opbouw van lokale productie wordt een bijdrage geleverd aan het verminderen van armoede en aan het levensonderhoud van boeren in deze landen. De bijbehorende zuivel- en vleessector zorgt voor werkgelegenheid. Door de lokale productie op een hoger niveau te brengen wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen van de ongelijkheid tussen landen, regio’s en geslacht.
En tenslotte, door de lokale productie te stimuleren, levert dit uiteindelijk een kortere kringloop op. Wat weer bijdraagt aan de klimaatopgave.
Gi Ga Groen
De vakmensen uit de veelogistieke sector weten dit, maar veel andere mensen worden gevoed door een ander geluid. En dat begint al op de basisschool. Het kinderboekenweekthema dit jaar was Gi Ga Groen. Mijn kinderen (6 en 8) komen thuis met informatie over hoeveel liter water er nodig is voor de productie van een stuk vlees en dat dat schadelijk is voor de planeet. Ik leg ze dan uit dat dit argument in veel landen niet relevant is aangezien er daar voldoende water voorhanden is. En de koe scheidt het water ook weer uit, per saldo verdwijnt er op de hele aarde door mens, plant en dier geen water uit de dampkring.
Vervolgens werd gepraat over dierenleed, diertransport en het slachten van dieren, waarna de klas verzocht werd zich in twee groepen op de splitsen. Het kamp waar de kinderen naartoe gepraat werden… vegetarisch en het kamp dat “tegen beter weten in” toch graag vlees wil blijven eten. Staan mijn kinderen daar als een van de weinigen die vlees willen blijven eten. Ergens ben ik best trots, maar het voelt niet goed. Heeft de juf de klas ook verteld dat er dan ook geen melk, lekkere zuiveltoetjes en verse slagroom en chocolade meer beschikbaar zullen zijn? Nee, dat niet.
Gastles
U kunt het misschien al raden. Deze les kwam tijdens de voortgangsgesprekken over mijn kinderen wel even aan de orde bij de juf. Waarbij ik haar met een vriendelijke glimlach aangeboden heb een gastles te verzorgen over wat u hierboven leest.