‘Een afrastering van 1,20 meter houdt wolven echt niet tegen’
Gepubliceerd op: 12 januari 2023
Een fanatiek strijder tegen de komst van de wolf naar Nederland is Annemieke van Straaten. Natuurorganisaties begaan in haar ogen veel misstappen, en de introductie van de wolf in Nederland is er daar een van.
Ze staat er mee op en gaat er mee naar bed. Annemieke van Straaten uit Volendam steekt veel tijd in haar strijd tegen natuurorganisaties die in haar ogen de veroorzaker van allerlei misstanden zijn. Van Straaten richt zich onder meer op de introductie van de wolf in Nederland. ‘De wolf is een prachtig dier, maar hoort hier niet. Nederland is te klein en te dichtbevolkt. Bovendien hebben we hier geen echte natuur’, zegt Van Straaten. ‘Het gedrag van de wolf is ook heel anders dan ons wordt voorgehouden door de natuurclubs. Dat zien we nu al. De wolf is geen schuw beest dat bij uitzondering een schaap opeet. De wolf doodt veel meer dieren dan hij als voedsel nodig heeft. En dat zijn niet alleen schapen. Ook runderen en paarden pakt hij. En in andere Europese landen zien we dat ook honden en katten een gewilde prooi zijn voor de wolf. Het is wachten op het moment dat er een kind gegrepen wordt.’
We kennen u van eerdere acties tegen het laten verhongeren van dieren in de Oostvaardersplassen. Waarom bent u daarmee begonnen?
‘Zelf kom ik uit de paardensportwereld. Ik schrok enorm toen ik in februari 2018 in het voor publiek toegankelijke deel van de Oostvaardersplassen honderd broodmagere en hongerige paarden trof op een kale vlakte. Daar moet iets aan gebeuren, was mijn conclusie. Op dat moment wist ik nog niet dat er al jaren sprake was van een discussie over de dieren in de Oostvaardersplassen. Een paar dagen later bezocht ik met Jan Cees Vogelaar, toen voorzitter van de Sectorraad Paarden, en Flevolands gedeputeerde Ad Meijer. Hij zegde toe dat de provincie zou gaan bijvoeren. Dat is snel geregeld, dacht ik. Maar het was nog maar het begin, bleek later. Toen ik na een paar weken op uitnodiging met een boswachter van Staatsbosbeheer het afgesloten deel van de Oostvaardersplassen binnen ging, schrok ik enorm van wat ik zag: vele dode en bijna dode heckrunderen, Konikpaarden en herten. We liepen over de botten. Op dat moment heb ik besloten om er mijn missie van te maken om te bereiken dat er geen runderen en paarden meer hoeven te zijn op die grote zwarte kale vlakte.’
U hebt succes geboekt met uw missie. De overheid is afgestapt van het idee dat de paarden en runderen onderdeel zijn van de natuur en dat de natuur het zelf maar moet regelen en heeft gekozen voor beheer van de dieraantallen in het gebied. Bent u tevreden over hoe het daar nu gaat?
‘Van goed beheer is nog geen sprake. Dat heeft veel te maken met gebrek aan deskundigheid bij gebiedsbeheerder Staatsbosbeheer. Er is daar van alles mis. En dat is ook het geval bij andere natuurorganisaties. Het is een kliek die elkaar steevast de hand boven het hoofd houdt. Daarom heb ik mijn missie verbreed. Met stichting Annemieke richt ik me op alle misstanden die natuurorganisaties veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van vervuilde grond bij de aanleg van de Marker Wadden, de verkoop van met dioxines vervuild wildernisvlees, de aanleg van paden met plastic vervuild bouwpuin en natuurlijk de wolf.’
Ook in uw strijd tegen de wolf bent u er met gestrekt been in gegaan.
‘Wat ik probeer is het wakker schudden van politici. De groene graaiers misleiden en hebben een eigen agenda om de natuur voorrang te geven. Rewilding noemen ze dat. Boeren moeten weg en de introductie van de wolf komt ze daarbij goed van pas. Stichting Annemieke heeft veel donateurs. Met de financiële middelen die mijn achterban bijeenbrengt, heb ik diverse paginagrote advertenties op de achterpagina van De Telegraaf kunnen plaatsen. Onder meer een advertentie tegen de komst van de wolf.’
Vroeger maakte de wolf deel uit van de natuur in Nederland. Herintroductie is toch niet zo’n gekke gedachte?
‘We hebben hier alleen wensnatuur. Dat de wolf een goede bijdrage levert aan de biodiversiteit is een dooddoener. Het binnenhalen van één soort, de wolf, betekent de ondergang voor veel andere soorten. Informatie daarover schuiven de natuurorganisaties onder het tapijt. We weten echter bijvoorbeeld dat in de provincie Drenthe het grootste deel van de in het wild levende dieren door de wolf is opgevreten of verdreven. Daardoor richt de wolf zich in die provincie nu nog meer op landbouwhuisdieren. In de media zien we de gevolgen daarvan met regelmaat voorbij komen in de vorm van foto’s van aangevreten kadavers van schapen, runderen en pony’s. De wolvenknuffelaars zeggen dat boeren hun vee niet goed beschermen, maar dat is onzin. Praktisch gezien is het vrijwel ondoenlijk om afrasteringen te plaatsen waarmee je de wolf tegenhoudt. Het is niet voor niets dat in dierentuinen het wolvenverblijf is voorzien van metershoge hekken. Een schrikdraadafrastering van 1.20 meter hoog houdt wolven echt niet tegen. En bovendien, als je alle weilanden gaat voorzien van wolfwerende afrasteringen, dan maak je het leven van andere wilde dieren als hazen, reeën en dassen onmogelijk.’
U gaat ervan uit dat de wolf niet op eigen kracht naar Nederland gekomen is, maar hier is uitgezet. Waar baseert u dat op?
‘We hebben diverse aanwijzingen. Ik weet voor tachtig procent hoe het zit. Meer kan ik er op dit moment niet over zeggen, omdat ons onderzoek naar het uitzetten van de wolf nog loopt.’
Ook vermoedt u dat er hier dieren rondlopen die een kruising zijn tussen wolf en hond, zogenoemde hybriden. Waarom is dit belangrijk?
‘In tegenstelling tot de wolf is een hybride geen beschermde diersoort. Wat me stoort is dat natuurorganisaties en alles wat daaromheen hangt hun best doen om te voorkomen dat er informatie naar buiten komt over hybride wolven in Nederland. Bij diverse overheden heb ik zogenoemde WOO-verzoeken, voorheen heette dat WOB-verzoeken, ingediend om informatie boven tafel te krijgen. Lastig daarbij is dat het Interprovinciaal overleg IPO en uitvoeringsorganisatie BIJ12 niet WOO-baar zijn. En dat geldt ook voor Wageningen Environmental Research, onderdeel van Wageningen Universiteit. Ik vermoed dat juist bij deze organisaties gegevens te vinden zijn die mijn gelijk bewijzen. Als er mogelijk sprake is van een door een wolf aangevallen landbouwhuisdier volgt DNA-onderzoek in opdracht van BIJ12. Wageningen laat dat uitvoeren door het Duitse Senckenberg Instituut. Ik wil de uitslagen van die onderzoeken bekijken, maar krijg er nog geen toegang toe.’
Wat doet u daaraan?
‘We zijn zelf begonnen met DNA-onderzoek. We nemen DNA af van aangevallen dieren en ook van wolvenkeutels. Dat sturen we naar laboratoria. Ons streven is om minimaal vijftig monsters te onderzoeken. We zitten nu op driekwart.’
Wat wilt u bereiken?
‘Mijn inzet is een wolvenvrij Nederland. Een opinieonderzoek maakte afgelopen zomer duidelijk dat een meerderheid van de Nederlanders wolven niet ziet zitten en vindt dat ze zo nodig afgeschoten moeten worden. Ik ben net terug van een conferentie met vertegenwoordigers uit alle Europese landen. In veel landen is de introductie van de wolf al langer gaande en ik ben geschrokken van de problemen die dat met zich meebrengt. In Nederland staan we nog maar aan het begin. Een eerste stap bij het terugdringen van de wolf is het mogelijk maken van populatiebeheer. In de politiek zie ik wel enige beweging in de goede richting ontstaan. Recent heeft het Europees Parlement een motie aangenomen om de strikte bescherming van de wolf te beperken. In Nederland begint de Tweede Kamer zich ook zorgen te maken over ongewenste gevolgen van de komst van de wolf, zo blijkt uit Kamervragen. Wat ik absoluut niet zie zitten, is beleid om wolvenpopulaties in bepaalde corridors te concentreren. Dat gaat niet lukken.’
Dit artikel verscheen eerder in Vee&Logistiek magazine, nummer 1 – 2023